Een toezichthouder word je niet, een toezichthouder ben je. Je moet empathisch zijn, dus je moet mensen kunnen aanvoelen. Tegelijkertijd moet je ook met je vuist op tafel kunnen slaan als dat echt een keer nodig is. De Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant en het management geven je daarin wel alle vertrouwen om je werk goed te kunnen uitvoeren. Je krijgt bij je eerste dag dat je bij de omgevingsdienst begint te werken een buddy en die buddy loopt gewoon altijd met je mee, ook bij controles. En die neemt je als het ware bij de hand dat je ook gewoon kan groeien tot een volwaardige toezichthouder. Ik kom eigenlijk uit de hovenierssector en de boomkwekerij. Toen ben ik bij de functie Toezichthouder grondwater uitgekomen. Daar heb ik op gesolliciteerd en met mijn gedrevenheid in mijn verhaal hebben ze mij aangenomen. Het resultaat is dat ik hier nu ondertussen drie jaar met heel veel plezier werk. Ik vind het contact met de opdrachtgevers van ons dus zowel de gemeente als de provincie, ook gewoon heel goed verlopen. We staan altijd nauw in contact met elkaar, dus er is altijd goede samenwerking plus dat we altijd kunnen bespreken als er iets is. Toen ik hier binnenkwam heb ik samen met de manager een ontwikkelplan samengesteld. Dat kwam eigenlijk neer op 70% in de praktijk leren, 20% extern en 10% klassikaal. Waarom mijn werk belangrijk is is dat wij kunnen bijdragen aan een veilige, gezonde en een duurzame leefomgeving. Toezien dat bodem, lucht en water niet verontreinigd is. Want niemand wil wonen in een gebied waar je te maken hebt met vervuiling. Juist daarom vind ik het persoonlijk ook heel belangrijk dat wij een bijdrage daaraan kunnen leveren.