De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft 4 september uitspraak gedaan over een natuurvergunning van de Provincie Noord-Brabant voor de uitbreiding van een varkenshouderij. Deze uitspraak heeft mogelijk negatieve gevolgen voor de uitvoering en voortgang van de vergunningverlening voor milieuactiviteiten.
Geen zekerheid dat de natuur niet wordt aangetast
Het bedrijf in Reusel maakt gebruik van biologische combiluchtwassers waarvan het de vraag is of dat ze de beoogde ammoniakreductie halen. Daarom heeft het provinciebestuur voorschriften aan de natuurvergunning verbonden over de werking, het onderhoud en het toezicht op de werking van de combiluchtwassers. Maar het staat niet vast dat met deze maatregelen de ammoniakreductie waarvan in de toegepaste emissiefactoren wordt uitgegaan, wel wordt gehaald. En als er geen zekerheid bestaat dat de uitbreiding van de varkenshouderij het nabijgelegen Natura 2000-gebied niet zal aantasten, dan mocht deze natuurvergunning niet worden verleend.
Ook ten aanzien van twee emissiearme stallen voor melkveehouderijen heeft de afdeling uitgesproken dat de natuurvergunning niet mocht worden verleend, omdat er geen zekerheid is dat de natuur niet wordt aangetast.
Gevolgen
Het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant moet met deze uitspraken opnieuw beslissen op de aanvragen van de veehouderijen voor een natuurvergunning. Totdat er meer duidelijk is publiceert de provincie tijdelijk geen besluiten. Mogelijk komt een aantal aanvragen voor langere tijd ‘on hold’ te staan.
Voor milieuactiviteiten gaan de drie omgevingsdiensten nu na wat mogelijke negatieve gevolgen zijn voor de uitvoering en voortgang van de vergunningverlening. Zodra daarover duidelijkheid bestaat zullen we daarover opnieuw communiceren met onze regio.